Herinner je je studententijd nog? Was jij iemand die heel vroeg opstond om te studeren om met een fris hoofd je boeken aan te vallen? Of studeerde je liever ’s avonds of ’s nachts?
Toen volgde je trouw het ritme van je lichaam: je studeerde wanneer je daar het meeste energie voor had.
Dit is een gewoonte die mensen vaak verliezen wanneer ze in het werkleven stappen. We houden geen rekening meer met ons energieniveau als we aan een taak beginnen.
Je kreeg toch ook geen ingewikkelde wiskundige formules in je hoofd geramd om 20u ’s avonds als je dan veel te moe was? Je stelde het uit tot de volgende ochtend na een goede nachtrust en een stevig ontbijt.
Stel: je hebt een blok van 4u in je agenda waarin je werk kan maken van je lange to-do lijst. Er zitten niet echt taken tussen die dringender zijn dan andere. Hoe bepaal je nu aan welke taak je eerst zal beginnen?
Sta even stil bij je energieniveau op dat moment!
Heb je niet veel energie?
Ga voor een aantal kleine taken die niet veel energie kosten.
Is je energieniveau hoog?
Start met een project dat je al een tijdje voor je uitschuift. Uiteindelijk heb je 4 volle uren om echt vooruitgang te maken en een aantal grote stappen te zetten.
Veel experten in timemanagement beweren dat je het meest efficiënt bent als je elke dag begint met het opeten van je kikker, dan smaakt alles de rest van de dag minder vies. Of met andere woorden: start je dag met een taak die je al een tijdje uitstelt, waar je misschien geen zin in hebt of waar je geen beginnen aan ziet.
Meestal zijn dat nu juist de taken die je het meest voldoening geven en waar je de beste resultaten mee kan boeken.
Ik ben helemaal voorstander van deze tip, maar neem toch ook poolshoogte van je energieniveau als je je dag start. Heb je ’s morgens echt geen energie om aan die kikker te beginnen, plan hem dan in om 10u, na de nodige koppen koffie :-)